Je kunt beginnen met plantgoed en dan gaat het wat sneller, maar een goedkopere manier is te beginnen met een zakje zaad. Bovendien kun je dan ook bijzondere soorten telen, zoals de paarse of tweekleurige asperges. Vooral paarse asperges hebben een grote decoratieve waarde in de tuin.

Zo ga je te werk:

1e jaar: In april of mei zaai je op een zaaibed in rijen ongeveer 10 cm uit elkaar. Na het opkomen kun je uitdunnen tot op cca 5 cm;

2e jaar: In februari of maart worden de planten in hun definitieve bed geplant. Asperges verkiezen een rijke grond en hebben behoefte aan een goede drainage. Gezien het feit dat ze een jaar of twintig op dezelfde plek kunnen blijven, loont het om de grond grondig voor te bereiden. Ik tuinier op natte zandgrond dus heb ik een verhoogd bed gemaakt (hoger nog dan de andere verhoogde bedden) en de grond met veel compost en wat kalk verrijkt. Als je op klei tuiniert is het een goed idee zand toe te voegen om de drainage te verbeteren. Ons bed is cca één meter breed en bijna drie meter lang en er zitten twee rijen met in totaal 16 planten. De planten komen 40 cm uit elkaar en worden vrij diep geplant, met de octopusachtige wortels goed uitgespreid. Ons bed is aan de rand van de moestuin, zodat de hoge planten in de zomer niet te veel schaduw werpen op andere planten. Tussen de twee rijen asperges heb ik een rij tulpen geplant, die de voorkeur van asperges voor een goede drainage delen. De combinatie van paarse scheuten met de bloeiende tulpen is een lust voor het oog. In de winter, nadat de asperges opgeruimd worden, groeit er volop winterpostelein in het bed en zo wordt de ruimte optimaal benut;

3e jaar: Als de planten goed groeien kun je voorzichtig beginnen met oogsten, maar pluk er nog niet teveel;

4e tot 20e jaar : In het voorjaar mulch ik het bed met goed verteerde compost en eind april beginnen we meestal met oogsten en we gaan door tot Sint Jan – 24 juni. Soms eten we de asperges ter plekke in de moestuin, meteen na het plukken even gekookt, zodat er niets van hun zoete smaak verloren gaat. Wij eten liever groene asperges, maar mocht je gebleekte willen, zet er als ze net beginnen te groeien een zwarte emmer op. Dat is veel gemakkelijker dan aanaarden!

Dagverse asperges zijn een delicatesse en je moet er eigenlijk ook zo min mogelijk mee doen. Ze hoeven meestal niet langer dan een minuut of 5 gekookt te worden en onze kinderen eten ze zelfs het liefst rauw, meteen na het plukken.

Gesmolten boter, een eitje en nieuwe aardappels (als die er al zijn) vormen een goed gezelschap. Je kunt asperges ook roosteren: even wentelen in olijfolie en dan op een bakplaat in een hete oven (gas 8, 220 graden), cca 15-20 minuten. Een beetje zeezout erop, of je kunt er wat kaas op laten smelten.